Heeft u de eerste facturen van de laadpasproviders van 2025 al gezien? Dan is het u wellicht opgevallen dat deze hoger uitvallen dan voorheen. Dat komt door een belangrijke verandering: per 1 januari 2025 is de belastingkorting voor laadpaalexploitanten vervallen. Hierdoor betalen aanbieders van openbare laadpalen nu het volledige tarief voor energiebelasting, en deze extra kosten worden uiteraard direct doorberekend aan de eindgebruiker.

Daarnaast spelen ook stijgende netwerkkosten en energieprijzen een rol, waardoor openbaar laden fors duurder is geworden. Wat betekent dit concreet voor uw wagenpark en welke stappen kunt u zetten om de kosten zo goed mogelijk te beheersen?

Waarom zijn de laadtarieven gestegen?

Tot eind 2024 betaalden exploitanten van openbare laadpalen een verlaagd tarief voor energiebelasting. Hierdoor konden laadtarieven relatief laag blijven. Met de goedkeuring van het Belastingplan 2025 is deze korting echter geschrapt, waardoor laadpaalbeheerders nu het volledige belastingtarief moeten afdragen.

Naast deze belastingwijziging zijn er nog andere factoren die de kosten verder opdrijven:

  • Stijgende energieprijzen – De elektriciteitsmarkt blijft volatiel, en hogere prijzen werken direct door in de laadtarieven. Een aantal energieleveranciers moest nieuwe contracten – met hogere tarieven – afsluiten en ook dat zien we uiteraard terug op de factuur.
  • Hogere netbeheerkosten – Door de toenemende druk op het stroomnet stijgen de kosten voor netbeheer, wat eveneens wordt doorberekend.
  • Jaarlijkse indexatie – Contracttarieven zijn per 1 januari aangepast op basis van inflatie en kostenontwikkelingen.

Het gevolg is dat er voor het opladen van elektrische auto’s aan openbare laadpalen gemiddeld 7 cent per kWh meer moet worden betaald dan in 2024. De exacte stijging verschilt echter per regio en exploitant.

Waar is laden het duurst geworden?

De tarieven voor openbaar laden variëren per exploitant en locatie. Dit betekent dat de impact per regio verschilt. Enkele opvallende tariefstijgingen per 1 januari 2025, zoals Maarten Hachmang van LaapasTop10 die voorrekende:

  • Rotterdam (Equans) – van €0,31 naar €0,39/kWh (+8 cent)
  • Noordwijk (Vattenfall) – van €0,34 naar €0,49/kWh (+15 cent)
  • Den Haag – van €0,36 naar €0,43/kWh (+7 cent)
  • MRA ‘21 – van €0,48 naar €0,56/kWh (+8 cent)
  • GLD/OV – van €0,29 naar €0,36/kWh (+7 cent)

Opvallend is dat sommige regio’s relatief gunstig uitkomen. In delen van Noord-Brabant en Limburg blijven oudere Vattenfall-laadpalen bijvoorbeeld nog steeds draaien tegen een tarief van €0,34 per kWh. Enig inzicht in de locaties van laadpalen kan dus onnodig hoge kosten vermijden.

Wat betekent dit voor wagenparkbeheerders?

De hogere laadtarieven kunnen aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor bedrijven met elektrische voertuigen. Een praktisch rekenvoorbeeld:

  • Een EV die 1.500 kWh per jaar verbruikt, kostte in 2024 gemiddeld € 525 per jaar bij een tarief van €0,35 per kWh.
  • In 2025 is dat bedrag gestegen naar € 630 per jaar bij een gemiddeld tarief van €0,42 per kWh.
  • Voor een wagenpark met 50 elektrische voertuigen betekent dit een extra kostenpost van €5.250 per jaar.

Daarnaast wordt het verschil tussen openbaar laden en thuisladen groter, wat mogelijk aanleiding geeft om de laadstrategie binnen uw organisatie te heroverwegen.

Slim omgaan met de stijgende laadkosten

Ondanks het feit dat de hogere tarieven niet helemaal te vermijden zijn, zijn er toch manieren om de impact op uw wagenpark te beperken.

1) Vooral thuis en op het bedrijf laden

De elektriciteitstarieven thuis zijn veel voordeliger dan die aan openbare laadpalen. En dat geldt helemaal voor bedrijven, aangezien de zakelijke grootverbruikerstarieven nóg gunstiger zijn. Overweeg daarom ook een eigen laadpark(je), en daarbij is de 2025 SPRILA-regeling bijzonder gunstig.

2) Bewust kiezen waar wordt geladen

Niet alle laadpalen hanteren dezelfde tarieven. Door medewerkers te laten laden bij de voordeligste exploitanten kan aanzienlijk worden bespaard.

  • Apps zoals Chargemap gebruiken om de goedkoopste laadstations te vinden.
  • Stel een voorkeursnetwerk op, zodat chauffeurs weten waar zij het voordeligst kunnen laden.
  • Maak afspraken met de chauffeurs over het beperken van het connectietarief.
  • Heeft u nu wel de beste deal? Kijk op websites zoals LaadpaalTop10 om te controleren of u wel de laadpasprovider met de voordeligste tarieven heeft.
  • Overweeg samenwerkingen met laadpaalexploitanten om volumekortingen te verkrijgen.
  • Het (tijdelijk) ter beschikking stellen van een extra laadpas, waarmee in het buitenland tegen lagere tarieven geladen kan worden, kan ook het nodige voordeel opleveren.

3) Optimaliseren van laadtijdstippen

De techniek is hier nog maar net in gebruik, maar enkele laadpalen hanteren dynamische tarieven, waarbij laden buiten de piekuren goedkoper is. Dit kan op jaarbasis aanzienlijk schelen.

  • Stimuleer medewerkers om te laden buiten de spitsuren.
  • Kijk naar laadpassen die kortingen in daluren aanbieden.

4) Laadgedrag analyseren en optimaliseren

Om grip te krijgen op de stijgende laadkosten is inzicht in het laadgedrag van uw wagenpark belangrijk.

  • Welke medewerkers maken het meest gebruik van openbare laadpalen en snelladers?
  • Bij welke exploitanten worden de auto’s het vaakst geladen?
  • Zijn er misschien goedkopere alternatieven in de buurt?

Met laadmanagementsoftware kunnen bedrijven inefficiënt laadgedrag in kaart brengen en optimaliseren.

Wat brengt de toekomst?

De verwachting is dat openbaar laden de komende jaren weer duurder zal worden. Netbeheerders verhogen hun tarieven en de energieprijzen blijven fluctueren, wat invloed heeft op de uiteindelijke laadtarieven.

Toch zijn er ook enkele positieve ontwikkelingen:

  • Dynamische laadtarieven worden steeds gangbaarder, waardoor bedrijven flexibeler kunnen inspelen op goedkopere laadtijden.
  • Slimme netwerken en Vehicle-to-Grid (V2G) kunnen in de toekomst helpen om laadkosten te verlagen.
  • Er bestaat een kans dat overheden nieuwe maatregelen nemen om elektrisch rijden aantrekkelijk te houden, zoals subsidies of belastingvoordelen. Voor zakelijke laadpalen en -parken is er nu bijvoorbeeld de eerdergenoemde SPRILA.

Voor nu is het echter zaak om als wagenparkbeheerder proactief te zijn en slim in te spelen op de stijgende kosten. Door strategische keuzes te maken en laadgedrag te optimaliseren, kunnen de extra uitgaven beheersbaar blijven en blijft elektrisch rijden nog steeds een zeer aantrekkelijke optie. Naast al het gepieker over laadtarieven moeten we niet vergeten dat ons milieu er mee gebaat is, en daar is de elektrische transitie uiteindelijk wel om begonnen.